De lengte van de toendrarietgans varieert 68 tot 90 cm, spanwijdte 140 tot 174 cm en het gewicht van 1,7 tot 4 kg. De snavel is zwart aan de basis en top, met een oranje streep over het midden; de poten en tenen zijn feloranje.
De bovenste vleugel-dekveren zijn donkerbruin, zoals bij de kolgans (Anser albifrons), maar hij verschilt van deze soort door de aanwezigheid van een smalle witte rand om de veren.
Er is nog steeds geen consensus over de fylogenetische indeling van de toendrarietganzen. Er worden vooralsnog twee ondersoorten onderscheiden:
- A. s. rossicus, die broedt op de arctische toendra, van het Kanin-schiereiland en Nova Zembla tot aan het Tajmyr-schiereiland.Deze hebben een relatief korte en stompe snavel met een smalle oranje band. De Afrikaans-Euraziatische overeenkomst over watervogels (AEWA) is van toepassing op deze ondersoort.
- A. s. serrirostris, die broedt op de arctische toendra, van de monding van de Chatanga tot aan de Anadyr. Deze ondersoort heeft een langere en bredere snavel met ook een smalle oranje band.
Bron Wikipedia