Kenmerken

Slechtvalk in Northern Territory, Australië

De slechtvalk is een forse valk met een gemiddelde grootte van 43 cm en heeft een lichte onderkant met dwarsbanden en een donkergrijze rug. Er is een brede, zwarte baardstreep. Bij de ondersoort F. peregrinus peregrinus is de rug donkergrijs en de onderdelen zijn crèmekleurig met donkere vlekken, wangen zijn wit en de donkere baardstreep (typisch voor alle valkachtigen) is duidelijk zichtbaar. De poten zijn geel, de snavel blauw-zwart en reeds vanaf de snavelbasis gekromd. De juvenielen zijn voor ze de kleuren van de volwassen vogels aannemen bruin. Verschillende lichte variaties kunnen optreden bij de 19 verschillende ondersoorten. Zoals bij de meeste roofvogels is het vrouwtje aanmerkelijk groter en zwaarder dan het mannetje, dit kan oplopen tot 30%.

Fysieke kenmerken

Mannetje Vrouwtje
Totale lengte 34 – 50 cm 46 – 54 cm
Spanwijdte 90 – 100 cm 104 – 113 cm
Gewicht 600 – 750 g 900 – 1300 g

Leefwijze

Prooidieren kunnen elk vliegend dier zijn, zoals vogels als leeuweriken, steltlopers en duiven, tot vleermuizen. Slechtvalken jagen vaak in paartjes. De ene slechtvalk is de achtervolger, terwijl de andere zich hoog in de lucht klaar houdt om zich op de prooi te storten.[3] De prooi wordt in een snelle duikvlucht geslagen en is meestal op slag dood. Soms worden ook dieren die op de grond leven gegrepen. De valk komt voor over de hele wereld (zie kaartje) en er worden 19 ondersoorten onderscheiden.

Slechtvalk in vlucht

Slechtvalk bij nest

Voortplanting[bewerken | brontekst bewerken]

Eind maart worden er 3 tot 4 eieren met donkerbruine vlekken gelegd, of uitzonderlijk 5. Genesteld wordt in hoge naaldbomen, op rotsen, op hoge gebouwen en soms ook op de grond. Meestal broedt het wijfje de eieren uit, wanneer ze op zoek gaat naar eten lost het mannetje haar af. Na 32 dagen komen de eieren uit. Na 3 weken hebben de jongen een verenkleed en beginnen ze hun vliegspieren te oefenen. Zes weken na het uitkomen kunnen ze vliegen. Na 2 tot 3 maanden zijn de jongen volledig zelfstandig en trekken ze uit het leefgebied van hun ouders weg.[3]

Snelheid[bewerken | brontekst bewerken]

De slechtvalk is de snelst vliegende vogel met een snelheid van 349 km/u in een duikvlucht van 45°.[4] Inmiddels zijn er metingen gedaan bij een afgerichte slechtvalk die wijzen op een nog hogere duiksnelheid, 389 km/u.[5] Hiermee is de slechtvalk ook het snelste dier ter wereld.

Verspreiding en leefgebied[bewerken | brontekst bewerken]

De slechtvalk bewoont vooral kliffen en ravijnen, maar ook hoge gebouwen. De soort is een bewoner van open, afwisselende landschappen, met relatief weinig bebossing. ’s Winters komt de vogel voor langs kusten en in moerassen, soms zelfs op kerktorens in dorpen en steden.

Voorkomen in Nederland en België[bewerken | brontekst bewerken]

In de jaren 1960 nam de soort in West-Europa sterk af als gevolg van de verspreiding van het insecticide DDT in het leefmilieu. Sinds het verbod op gechloreerde koolwaterstoffen als insecticiden en een wettelijke bescherming in verschillende landen is de vogel aan een opmars bezig. Ook in Nederland en België is de soort een meer algemene verschijning geworden.

Tussen 1900 en 1990 waren er slechts 13 broedgevallen bekend in Nederland.[6] Sinds 1990 stijgt dit aantal snel, de vogel broedt nu onder andere in speciale nestkasten, hoog op elektriciteitscentrales. Volgens SOVON nam het aantal broedparen in de periode 1990-2015 toe van 1 tot meer dan 150 en broeden nu in alle Nederlandse provincies slechtvalken.[7] In Vlaanderen waren in 2007 50 broedparen die 90 jongen groot brachten.[bron?]

De soort is in 2004 nog als gevoelig op de Nederlandse rode lijst gezet, maar hij staat niet op de rode lijst in Vlaanderen.