Beschrijving
Parelamaniet
Kenmerken van een parelamaniet
De 3-15 cm brede, gladde hoed van de paddenstoel is vleeskleurigbruin tot roodbruin en bedekt met witachtige tot felrode stippen afkomstig van het velum. De jonge hoed is bolrond en wordt later gewelfd tot vlak. De rand van de hoed heeft geen ribbels. De lamellen zijn wit en krijgen na beschadiging roodbruine vlekken. De 7-12 cm lange en 1-2 cm brede steel is wit met roodbruine vlekken of strepen. Het manchet is fijn geribbeld. De steel is onderaan uivormig verdikt. Het vlees heeft en witte kleur en een zwakke geur. De ovale sporen zijn wit en ongeveer 8 x 5 µm groot.
Mogelijke verwisseling
De parelamaniet kan zeer gemakkelijk verwisseld worden met de giftige panteramaniet. Bij beschadiging verkleurt het weefsel van de parelamaniet rozerood tot roodachtig, terwijl dat van de panteramaniet niet verkleurt. Ook bij ouder worden verkleurt de parelamaniet naar deze kleur. In de volksmond wordt de parelamaniet dan ook “blozer” genoemd.
Ook kan de parelamaniet verwisseld worden met de giftige Amanita regalis en de eetbare Amanita spissa.
Leefomgeving
De parelamaniet is te zien vanaf juni tot in de herfst. De paddenstoel is niet kieskeurig qua standplaats en komt voor in loofbossen en naaldbossen.[1] De panteramaniet vormt mycorrhiza met verschillende loof- en naaldbomen.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.