Beschrijving
De papegaaiduiker wordt 28 tot 34 cm lang. Hij is de kleinste soort uit het geslacht Fratercula. Hij heeft een vleugelspanwijdte van 50 tot 60 cm en weegt ongeveer 300 tot 700 gram. Hij eet voornamelijk vis. In de winter is de snavel kleiner, in de nazomer verdwijnen de buitenste lagen. Het zijn acht verschillende stukjes en deze ‘plaatjes’ laten soms slechts gedeeltelijk los.(bron?) Bij het duiken is dit een lastige belemmering. De papegaaiduiker kan deze echter lostrekken met behulp van een nagel aan de buitenteen. Deze is halfcirkelvormig gekromd en staat niet recht vooruit, maar is zijdelings plat neergedrukt met de vlijmscherpe punt naar buiten. De snavel van de juvenielen is ook kleiner dan dat van de volwassen exemplaren.
Het voedsel bestaat uit vis, kreeftjes, wormen en schaaldieren.
Hij komt voor in het Noord-Atlantisch gebied, waar hij in kolonies broedt in zelfgegraven holen op steile grazige hellingen op rotskusten. Hij overwintert op volle zee, verder van de kust dan andere alken. Papegaaiduikers worden in Nederland en België gerekend tot de zeldzame wintergasten langs de kust. Hun broedgebieden bevinden zich aan de kusten van de Atlantische Oceaan, ongeveer tot aan de Noordelijke IJszee. De grootste kolonie leeft op IJsland. Verder leven papegaaiduikers op de eilanden van Schotland, de Hebriden, in Ierland, Groenland, Nova Zembla, Noorwegen, Spitsbergen en aan de noordoostkust van Noord-Amerika. In de winter trekken ze verder naar het zuiden, tot aan de hoogte van de Middellandse Zee.
De soort telt 3 ondersoorten:
- F. a. arctica: van oostelijk Canada en de noordoostelijke Verenigde Staten tot IJsland, centraal en zuidelijk Noorwegen tot zuidelijk Nova Zembla.
- F. a. grabae: van de Faeröer-eilanden tot zuidelijk Noorwegen, de Britse Eilanden en noordwestelijk Frankrijk.
- F. a. naumanni: van noordelijk Canada en Groenland tot noordelijk Nova Zembla.
Bron: Wikipedia
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.