Klapekster -1- Bekijk hier de gedetailleerde informatie

Klapekster, Aalkeet Buitenpolder in Vlaardingen vanuit de vogelkijkhut naast de A20.  Nikon P1000 25-11-2018

Categorieën: , Tags: ,

Beschrijving

Klapekster

De klapekster is een vogel ter grootte van een merel met een kenmerkende haaksnavel uit de familie der klauwieren. De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1758 gepubliceerd door Carl Linnaeus. De klapekster is in Nederland een uiterst zeldzame broedvogel, die doortrekt en overwintert in kleine aantallen. De klapekster is buiten het broedseizoen vrij gemakkelijk waar te nemen door het contrastrijke verenkleed en door de gewoonte op heidevelden vanuit toppen van boompjes en struiken naar prooi te loeren.

kenmerken van een klapekster

De klapekster is een vogel van ongeveer 24 cm. Het verenkleed is een mengsel van grijs, zwart en wit. De bovenzijde van de kop, de bovenkop en het voorhoofd zijn grijs. De teugel (vogel) en de oorstreek zijn zwart. De klapekster heeft een witte wenkbrauwstreep.

De vleugel is zwart met een enkele of dubbele witte spiegel. De staart is trapvormig, en zwart met wit.
De onderzijde is wit. De poten zijn zwart. De vogel heeft een witte schoudervlek. Het ♀ heeft soms een vaak dwarsgestreepte borst.

De haaksnavel is bruinzwart. De poten zijn zwart.

In de vlucht is de klapekster een kenmerkend zwart-wit-grijze vogel. De witte schoudervlek valt op. Over de gespreide vleugel loopt een smalle witte streep. De stuit is wit. De lange staart is zwartwit. De vleugels zijn kort.
De vlucht is sterk golvend, met een “zwieper naar (de) uitkijkpost.” Men kan de klapekster soms zien “bidden“.

De jongen zijn grijsbruin, met dwarsgestreepte onderzijde.

Zang 

De klapekster is een zangvogel. De zang is een mengeling van onderdrukte scherpe en melodieuze geluiden, met ’tru’ en ‘kiehrr’. De klapekster imiteert ook.

De lokroep is ’tsjek-tsjek’. De alarmroep is een kort ‘èk-èk’.

Gedrag 

Klapeksters zitten vaak op een uitkijkpost. De staart is voortdurend in beweging.

Klapeksters zijn meestal solitair. In de winter kunnen ze een voedselterritorium bezetten. Ze zijn agressief.

Biotoop 

Klapeksters houden zich in de broedtijd graag op in heidevelden met opslag van grove den en berk. Plaatselijk kan die opslag vrij dicht en hoog zijn, maar open ruimtes ertussen of in de directe omgeving zijn essentieel. Zowel droge als vochtige heidegebieden worden als biotoop gekozen. Buiten Nederland broedt de soort ook in cultuurgebieden. Sluiters meldt als biotoop ook hoogveengebieden. Klapekster kunnen worden aangetroffen langs bosranden, op kaalslagen en op armelijke weidegronden met bosjes van doornstruiken.

Klapekster bij opgeprikte prooi (muis)

Voortplanting 

Klapeksters broeden van half april tot juni. De broedduur is 15 dagen. Het ♀ broedt hoofdzakelijk en wordt door het ♂ gevoerd. Beide vogels verzorgen de jongen. De jongen verlaten na 19 of 20 dagen het nest. Klapeksters broeden één keer per jaar. Het nest wordt gemaakt in open terrein met vrij uitzicht. Ook in naaldhout, appelbomen, doornstruiken, eiken e.d. Het nest is groot en stevig, en gemaakt van takjes, heide, plantenstengels, grassen en bladeren en het wordt gevoerd met wol, dierenhaar en veren. Gewoonlijk worden 5 tot 7 eieren gelegd, soms 8. De eieren hebben weinig glans. Ze zijn grijsachtig, geel of groen met bruine vlekken en vlekjes en grijze ondervlekken. Soms zijn ze kransvormig. De eieren zijn gemiddeld 26 x 19 mm groot.[7]

Reeds in de herfst vinden de eerste baltshandelingen plaats. Later in de winter volgt dan paarvorming. De broedplaatsen worden vanaf half maart bezet. In de keuze daarvan zijn klapeksters “bijzonder traditioneel”. Het territorium is 20 tot 100 ha. groot en wordt fel verdedigd. De klapekster is als broedvogel het best te lokaliseren in april. Dan wordt tijdens de balts het verenkleed zo opvallend mogelijk getoond, bijvoorbeeld door de staart te spreiden, met de vleugels te flapperen en door de borst- en rugveren uit te zetten. Beide geslachten zingen dan. Soms vliegt het mannetje schroevend boven de nestplaats omhoog. Hij onderbreekt dit door af en toe te bidden. Beide partners bouwen twee weken aan het nest. Nadat de jongen zijn uitgevlogen blijft de familie nog eens vier tot vijf weken op de broedplaats. Tijdens de broedtijd is de klapekster zeer schuw.[5]

Voedsel 

Klapeksters eten kleine vogels, kleine zoogdieren, kikkers en hagedissen. De buit wordt vastgeklemd tussen takken, en soms opgeprikt.[3]

Verspreiding 

Klapeksters broeden binnen Europa in SpanjePortugalNoord-Italië en Frankrijk (uitgezonderd Bretagne). Ze broeden ook

van OostenrijkHongarije en Roemenië noordelijk tot Zuid-Jutland, de landen rondom de Oostzee en de Finse Golf. Verder broeden ze in West- en Noord-Noorwegen tot 70º NB, in Noord-Finland en Noord-Rusland, oostelijk tot de Ob.

De verschillende ondersoorten van de klapekster zijn verspreid over Eurazië en Noord-Amerika.

Over de trek was tot een aantal jaren geleden niet veel bekend, maar dat is de laatste decennia veranderd.

Bron Wikipedia

Beoordelingen

Er zijn nog geen beoordelingen.

Wees de eerste om “Klapekster -1- Bekijk hier de gedetailleerde informatie” te beoordelen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *