Kenmerken
De groene specht is een relatief grote specht. Een volwassen groene specht heeft een lichaamslengte tussen de 31 en 34 centimeter. Het gewicht ligt meestal rond de 170 à 180 gram, maar kan variëren tussen de 140 en 250 gram. De vleugelspanwijdte kan 40 tot 52 centimeter bedragen, maar is meestal tussen de 45 en 51 centimeter. Er is vrijwel geen verschil in gewicht en lengte tussen mannetjes en vrouwtjes.
Het verenkleed is olijfgroen op de nek en bovenzijde, geel op de stuit en lichtgrijsgroen op de onderzijde. De kleur van de vleugels verloopt van olijfgroen en gelig op de bovenzijde van de binnenste vleugelveren naar zwart met grote witte vlekken op de buitenste veren. De rode kopkap loopt van het voorhoofd tot achter in de nek. Het gezicht is tot de oorstreek zwart en de ogen zijn blauwig wit. Net als de meeste Europese spechten is de groene specht seksueel dimorf, al is het verschil tussen de geslachten relatief klein. Het mannetje heeft een zwart omzoomde rode baardstreep onder het oog, bij het vrouwtje is deze geheel zwart.
De tenen van de staalgrijze poten zijn als bij veel spechten zygodactyl geplaatst: twee tenen staan naar voren en twee naar achteren gericht. Deze geven samen met de stugge staartveren een goede grip en steun, wanneer de groene specht zich horizontaal aan een stam vastklemt. Zijn snavel is echter relatief zwak voor een specht en is alleen geschikt voor zacht hout.] De groene specht is meer aangepast op het foerageren op de grond dan de meeste andere spechten. Hij heeft hiervoor een ongewoon lange tong van zo’n tien centimeter, die hij rond zijn schedel kan oprollen. De verhoornde punt van de tong is plat, breed en van kleine weerhaken voorzien. De vergrote speekselklieren zorgen voor een grote kleverigheid.
Juveniel
Het verenkleed van een juveniel is matter en bleker gekleurd dan die van een volwassene. De kop, hals en onderzijde zijn bedekt met donkere onregelmatige vlekken en strepen en de bovenzijde en vleugels hebben witte vlekken. De rode kopkap is vaal en vaak bedekt met grijze vlekken. De donkere koptekening is vaak moeilijk te onderscheiden. Bij vliegvlugge mannetjes kunnen al enkele rode veren in de baardstreep te zien zijn.
De eerste rui begint reeds enkele weken na het uitkomen van de eieren en is na ongeveer vier maanden afgerond. In de late herfst hebben juvenielen al het verenkleed van een volwassen vogel.
Onderscheid met andere soorten[bewerken]
Door zijn grootte en het groene verenkleed is de groene specht eenvoudig te herkennen en kan hij met slechts weinig vogels verward worden. Het vrouwtje van de wielewaal (Oriolus oriolus) is ook groen gekleurd, maar is slanker en kleiner en heeft smallere vleugels en een langere staart. Het verspreidingsgebied van de groene specht overlapt dat van enkele gelijkende soorten van het geslacht Picus. In Centraal-Europa leeft de iets kleinere grijskopspecht (P. canus). Deze heeft een grijs gezicht, donkerrode ogen en slechts een smalle baardstreep. Bij het mannetje is enkel het voorhoofd rood en bij het vrouwtje ontbreekt de rode kopkap geheel. Bovendien is zijn habitat meer verbonden met bergen en bossen in vergelijking tot de groene specht. Levaillants specht (P. vaillantii) en de Iberische groene specht (P. sharpei) lijken beide sterk op de groene specht, maar komen respectievelijk enkel op het Iberisch Schiereiland en in het noordwesten van Afrika voor,[4] gebieden waar de groene specht weinig wordt aangetroffen. De ogen van deze soorten zijn lichtgekleurd als bij de groene specht, maar de baardstreep is smal als bij de grijskopspecht.
Bron Wikipedia