Kenmerken 

De hoed van gewoon eekhoorntjesbrood heeft een licht- tot donkerbruine, vaak ook enigszins geel en rood getinte kleur. Hij kan tot 30 cm groot worden en is in vochtige toestand wat plakkerig. Aan de onderzijde is een sponzig aandoend stelsel van fijne buisjes zichtbaar dat eerst wit en later geel is. De witachtige tot bruin aangelopen steel wordt niet langer dan 25 cm en vertoont een licht netwerk aan het bovenste gedeelte.

Voorkomen 

De soort komt met een aantal nauwe verwanten overal in Europa en Noord-Amerika langs lanen en in loof- en dennenbossen voor. In de Lage Landen is de groeitijd van juli tot en met november. Er bestaat een symbiotische relatie door middel van mycorrhiza met de inlandse eik en Amerikaanse eik. Ook in aanplant van dennen in andere werelddelen, bijvoorbeeld in Hogsback in Zuid-Afrika, wordt hij gevonden.

Gewoon eekhoorntjesbrood wordt soms met de oneetbare maar niet giftige bittere boleet (Tylopilus felleus) verward.

Bron: Wikipedia